Delen is het nieuwe vermenigvuldigen
Fuck ‘professioneel’! Wees een authentieke leider

Ik zou ‘s ochtends met haar vriend in gesprek gaan. “Dan is ‘ie nog niet doorgesnoven. En oh ja…achter dit gordijn zit een deur. Als ‘ie erg agressief wordt, kun je zo naar buiten” wordt mij uitgelegd op mijn eerste dag als interim teamleider bij Zij aan Zij. De start van een periode waarin geen dag hetzelfde was en ik veel over mijzelf leerde.
Zij aan Zij is een locatie van het Leger des Heils waar jonge moeders (15-23 jaar) met een licht verstandelijke beperking, en hun kinderen worden opgevangen. De moeders worden in twee jaar tijd in een intensief behandeltraject klaargestoomd, om ‘het zelf te doen’. In de woorden van de moeders: ‘een GO’ naar een eigen huisje, een plekje voor henzelf en hun kinderen.
Als ik het zo opschrijf, lijkt het simpel. Een tweejarig traject waarin je vaardigheden leert om zelfstandig je leven te leiden. Vaardigheden die gaan over het opvoeden van je kind, het voeren van een huishouden, kunnen omgaan met geld, zelf geld verdienen en het aanleren van sociale vaardigheden. Voor de moeders van Zij aan Zij is dat geen vanzelfsprekendheid. De reden dat ze bij Zij aan Zij terechtkomen is vaak een geschiedenis van een hoop ellende. Een gezin van herkomst dat geen veilige thuishaven is, verkeerde vrienden, van de ene school naar de andere school zonder zicht op een diploma, misbruik en geweld. Uiteindelijk raken ze op jonge leeftijd zwanger en zwerven – soms inmiddels met een kind – rond van het ene naar het andere adres, zonder uitzicht op een toekomst. Door heel het land biedt het Leger des Heils in de Zij aan Zij-locaties uitkomst aan deze jonge moeders. Een heftige doelgroep, die je hoe dan ook confronteert met wie jij bent.
Op een zonnige eerste werkdag maak ik kennis met de moeders en het team dat deze vrouwen begeleidt en behandelt. Een diverse groep vrouwen met verschillende culturele achtergronden. Het loopt al een tijdje niet zo lekker. De moeders zijn boos, boos op alle regels die bedacht worden in de opvanglocatie. Ze zijn bang, omdat ze niet weten hoe hun toekomst er uit gaat zien en of ze hun kind bij zich mogen houden. Ze hebben weinig vertrouwen in de medewerkers.
De medewerkers op hun beurt, zitten niet lekker in hun werk. Over en weer zijn er frustraties binnen het team en het ontbreekt aan veiligheid om te kunnen zeggen wat er gezegd moest worden. Twee parallelle processen waarin het team en de moeders elkaar spiegelen.
Een paar dagen daarvoor was een spontaan feestje in de gezamenlijke woonkamer uitgelopen op een ruzie tussen een aantal moeders. Eén van de moeders had foto’s van het feestje via social media gedeeld. De vriend van een andere moeder zag deze foto’s, vond hier wat van en stak dat niet onder stoelen of banken. Dit zorgde voor onrust bij de moeders. Het team had de vriend zelf nog niet hierover gesproken. Ze durfden niet, want hij reageert regelmatig agressief. Of ik dat wilde doen? Dus bereidde ik het gesprek met de agressieve vriend voor, verzamelde concrete voorbeelden om hem aan te spreken op zijn gedrag, zorgde dat ik niet alleen zou zijn en was stiekem blij met de geheime deur achter het gordijn.
Een team van hulpverleners en behandelaren staat deze moeders bij om hen te ondersteunen, begeleiden en behandelen. A tough job! Drie stappen voorruit en vaak vier terug. Babystapjes. 100x dezelfde fout, en toch het mooie kunnen blijven zien van je cliënt. Omdat je het potentieel ziet. Voor het team een emotioneel zware job die vraagt om de juiste ondersteuning van de organisatie en het kunnen vertrouwen op je collega’s.
In deze wirwar van emoties en situaties heb ik als interim teamleider de opdracht om te zorgen voor rust en regelmaat. Voor de moeders en het team. Een tijd van veel praten en vooral luisteren breekt aan. Het vertrouwen winnen van een grote groep vrouwen. Bij Zij aan Zij werken en wonen alleen vrouwen. Dit zorgt voor een bijzondere dynamiek. Vrouwenenergie. Een krachtige, maar soms ook verwarrende energie. Vrouwen wordt nu eenmaal aangeleerd om vooral de harmonie te bewaren. Je niet uit te spreken. Laat ik zeggen dat dit hier vooral geldt voor het team. Niet voor de moeders. Zij spreken zich wel degelijk uit. Op een manier die ik van huis uit niet gewend ben. Schreeuwen, schelden, tieren. Maar: je wel uitspreken, laten weten wat je vindt.
Tijdens mijn 1e bewonersvergadering kom ik mezelf dan ook aardig tegen. Een warme zomeravond, de vergadering start om 20:00 uur. Dat wil zeggen: ik zit klaar samen met de orthopedagoog. Geen moeder te bekennen. Er wordt een app bericht verstuurd met de groepsmobiel. Er druppelen een aantal moeders binnen. Ik start de vergadering en stel mezelf voor, vertel iets over mezelf en vraag hoe het met de moeders gaat. Al snel hoor ik allerlei verhalen. Ze voelen zich niet prettig, vinden het veel te streng bij Zij aan Zij. “Al die regels.” Ze zijn volwassen vrouwen en willen ook zo gezien worden. Ze hébben al een moeder en dat is genoeg.
Langzaamaan komen er steeds meer vrouwen binnen. Ze komen polshoogte nemen en bemoeien zich met het gesprek. Het team heeft mij gevraagd om de regels over de zomervakantieperiode die voor de deur staat, te bespreken met de moeders. Ze zijn bang dat de moeders de hele dag op bed blijven liggen, als hun kinderen straks niet naar school hoeven. Er is een programma opgesteld waarbij van iedereen verwacht wordt, om ’s morgens om half tien aan tafel te zitten, gedoucht en aangekleed. Oeff, hoe ga ik dit nu vertellen? De teamleden kijken mij bemoedigend aan. Ik vertel het. Een grote schreeuwpartij volgt. Staan, boos, weglopen, schreeuwen, wijzen. Waarom denk ik als nieuweling dit te kunnen doen? Als ik zo streng ben, kan ik maar beter weggaan. Ik probeer de rust aan tafel te bewaken, maar voel ook, dat ik boos begin te worden. Wat denken ze wel niet? Zo schreeuwen. Dat doet een dame niet. Ineens, vanuit het niets, sta ik op. Ik sla met mijn hand op tafel en schreeuw dat het nu klaar is. “Luisteren! Nu! Waarom? Om dat ik het zeg.” Ik zie dat de moeders van mij schrikken. Een paar moeders lopen boos weg. De anderen zakken weg in hun stoel weg. Ze blijven boos, maar zijn gestopt met schreeuwen. Ik schaam mij diep! Zo hoor ik dat toch niet te doen? Wat een machtsvertoon. De dame die ik tot een moment geleden nog was, stond plots ook zelf te schreeuwen. Ik word kalm en kan weer met de moeders in gesprek. Een echt gesprek, waarin ze aan mij vertellen wat ze allemaal hebben meegemaakt. Hoe bang ze zijn, hoe ze verlangen naar een plek voor hen zelf en hun kinderen. Ik luister naar ze. Vertel ze hoe vervelend ik dat voor ze vind en dat ik samen met hen op zoek wil gaan naar een oplossing. Ik sluit de vergadering. Vertel dat ik het een bijzondere vergadering vond, en dat ik hen wil bedanken voor hun aanwezigheid en hun verhaal. Tot mijn stomme verbazing bedanken ze míj. Nog geen half uur daarvoor stond ik als een ordinair viswijf tegenover hen te schreeuwen. Maar zij vinden het de beste vergadering ooit. Ze zijn blij dat ik naar hen geluisterd heb.
De volgende dag kom ik op het werk. Ik loop de lange gang in naar mijn kantoor. Ik groet moeders op de gang en hoor ze tegelijkertijd fluisteren over mijn optreden van de avond er voor. Ik voel me slecht dat ik niet in mijn rol bleef als teamleider. Ik bespreek het met de teamleden, maar die maken zich er geen zorgen over. “Wacht maar even af”. In de loop van de week spreek ik moeders. Ze zijn aardig en blij als ze mij zien. Er worden zelfgebakken cakejes gebracht. En bij de voordeur krijg ik een compliment: “Wat ziet u er weer mooi uit vandaag”. Ik zeg dat ik Saskia ben en geen u. Ze blijven u zeggen.
Gaandeweg kom ik steeds meer in contact met de moeders en kinderen. Ik hoor steeds meer verhalen en kinderen lopen met open armpjes op mij af om geknuffeld te worden. Inmiddels hebben ze de weg naar mijn kantoor gevonden. Gewoon even een praatje, soms tranen omdat een vriendje het uit heeft gemaakt of oprechte woede over wat er in hun leven gebeurd is.
De moeders hebben mij een spiegel voorgehouden over wie ik ben. Ik wilde een dame zijn, maar in plaats daarvan werd ik boos. Een oprechte emotie. Een emotie die zij herkenden, veel meer dan de dame die ik eigenlijk wilde blijven; een aangeleerde houding vanuit mijn opvoeding en cultuur. Ik heb hiervan geleerd om mijzelf oprecht uit te spreken, zonder afbreuk te doen aan wie ik ben, ook als leider. Leiderschap is geen rol die je speelt. Het is uitdrukking geven aan wie je werkelijk bent. De verbinding aangaan met jezelf en met de mensen met wie je werkt en leeft. Je kunt 100 uitgekristalliseerde plannen maken, maar als je geen aandacht geeft aan wat er leeft, zal geen enkel plan slagen. Vanuit verbinding kun je werken vanuit flow en je team meenemen naar een resultaat dat werkt. Leiderschap gaat daarmee over authenticiteit, over in verbinding staan met jezelf en met je omgeving.
Meer inspirerende blogs lezen? Volg Changekitchen op LinkedIn!
———
![]() |
Saskia Drenth is aangesloten bij Changekitchen, een bureau gespecialiseerd in organisatieverandering. Zij heeft ervaring als interimmanager en adviseur in de zorg. Daarnaast is zij voedingsdeskundige en trainer hormoonfactor. Saskia is altijd op zoek naar de verbinding met de ander. Dit kan een organisatie, een collega of cliënt zijn. Waar verbinding en aandacht is, komt er ruimte voor verandering en een nieuw perspectief. |